010 - 263 06 70


  

Nieuws

Advieskosten bedrijfsopvolgingsregeling aftrekbaar?

Vader heeft via de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) aandelen in twee actieve BV’s geschonken aan zijn zonen die de bedrijven voortzetten. Met het oog op deze overdracht hebben voorafgaand enkele herstructureringen plaatsgevonden. De advieskosten voor het bedrijfsopvolgingstraject, bijna € 31.500, zijn gefactureerd aan en betaald door de holding van vader. De Belastingdienst weigert aftrek. Terecht?

Lees verder »

Outplacementtraject bij beëindigingsovereenkomst

Werkgever en werknemer sluiten eind 2025 een beëindigingsovereenkomst waarin wordt afgesproken dat dat de werknemer met ingang van 1 januari 2026 uit dienst zal treden en dan recht heeft op een outplacementtraject. Dat traject begint en eindigt in de loop van 2026. De werkgever ontvangt en betaalt de facturen in 2026. Is het traject voor de werknemer loon in 2025 of in 2026?

Lees verder »

Nieuw in 2026: herziening BTW-aftrek bij investeringsdiensten

Als ondernemer mag u de BTW die u betaalt over investeringen terugvragen, als u deze kosten hebt gemaakt voor omzet die is belast met BTW. Soms moet u die aftrek later herzien: dat betekent dat u de BTW-aftrek achteraf moet aanpassen als het gebruik van de investering verandert. Bijvoorbeeld van BTW-belast naar BTW-vrijgesteld gebruik of andersom.

Lees verder »

Bedrijf stopt, loonbetaling ook

Een verkoopmedewerkster heeft een contract voor onbepaald tijd bij een winkelfiliaal. Het filiaal wordt per 1 oktober 2024 gesloten. De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst in oktober 2025 nog steeds niet beëindigd, maar betaalt geen loon meer. Hij is in een eerdere procedure al tot nabetaling van salaris veroordeeld. De verkoopmedewerkster eist nu ontbinding van de arbeidsovereenkomst, een transitievergoeding en een billijke vergoeding van bijna € 55.000. Hoe oordeelt de rechter?

Lees verder »

Dag doorgewerkt na einde tijdelijk contract: stilzwijgende verlenging?

Een werknemer sluit een arbeidsovereenkomst voor zes maanden, van 15 augustus 2024 tot 15 februari 2025. Bij voorbaat geeft de werkgever aan dat de overeenkomst niet verlengd zal worden, zodat is voldaan aan de aanzegverplichting. Op 16 februari 2025 werkt de werknemer voor het laatst, daarna is hij niet ingeroosterd. Betekent deze extra dag stilzwijgende verlenging met zes maanden?

Lees verder »

BTW en verhuur deel nieuwbouwwoning aan eigen BV

Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) en zijn vrouw laten een huis bouwen. Ze sluiten met de eigen BV een 25-jarig huurcontract voor exclusief gebruik van de zolderverdieping en de parkeerplaats bij het huis. Daarbij opteren ze voor BTW-belaste verhuur en brengen een deel van de BTW op de bouwkosten in aftrek. De Belastingdienst weigert aftrek. Hoe oordeelt de rechter?

Lees verder »

Werknemer opgeknapt, maar oude werk bestaat niet meer

Een werknemer heeft vanwege ziekte aangepast werk verricht op een andere afdeling, maar als hij is opgeknapt wil hij zijn oude werkzaamheden weer gaan verrichten. De werkgever laat hem dat niet doen, omdat de functie van de werknemer is vervallen en hij problemen heeft met zijn leidinggevende. Hoe oordeelt de rechter hierover?

Lees verder »

Einde zachte landing bij schijnzelfstandigheid ondanks aangenomen motie

Op 2 oktober 2025 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die de regering vraagt de handhavingsstrategie ‘zachte landing’, waarbij de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan, te verlengen van eind 2025 tot eind 2026. Het demissionaire kabinet gaat deze motie niet uitvoeren. Waarom niet?

Lees verder »

Bijtelling bij personal holding met elf auto’s

Een BV van een advocaat krijgt een boekenonderzoek over een periode van zeven jaar. In deze periode heeft de BV elf auto’s op naam gehad of geleased. Over slechts één, goedkopere, auto heeft in deze periode bijtelling plaatsgevonden. De Belastingdienst komt met een bijtelling over minimaal twee van de duurste auto’s omdat de echtgenote van de advocaat, de zoon, de dochter en een schoonzus ook van de auto’s gebruik maken. Hoe oordeelt de rechter?

Lees verder »

Wettelijk minimumloon per 1 januari 2026

Het wettelijk bruto minimumuurloon gaat per 1 januari 2026 omhoog van € 14,40 naar € 14,71 per uur. Het bruto referentiemaandloon bedraagt per 1 januari 2026 € 2.294,40 per maand. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt de hoogte van het wettelijk minimumloon elk jaar opnieuw vast op 1 januari en 1 juli.

Lees verder »


Meer nieuws? Klik HIER