010 - 263 06 70


  

Onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners. Wees op uw hoede!

Onderlinge vorderingen en schulden in Box 3 (Inkomstenbelasting) tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen zijn met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Dit houdt in dat deze onderlinge vorderingen en schulden niet in de aangifte inkomstenbelasting hoeven te worden vermeld en daardoor ook genegeerd worden voor de box 3-heffing. Dit gold al voor vergoedingsrechten.

 

Dit is een goede aanleiding om de afwikkeling van deze onderlinge vorderingen en schulden en vergoedingsrechten tussen fiscale partners ook weer eens onder de aandacht te brengen.

 

 

FISCAAL

Door verrekenbedingen in huwelijks- en partnerschapsvoorwaarden kunnen tussen partners onderlinge schulden en vorderingen ontstaan. In het box 3-stelsel geldend vanaf 2023 valt zo’n vordering op een partner onder de categorie overige bezittingen, terwijl de corresponderende schuld van die partner onder de categorie schulden valt.

 

Het forfaitaire rendement in de categorie overige bezittingen bedraagt in 2023 6,17%. Het forfaitaire rendement in de categorie schulden is voor 2023 2,46%. Uitgaande van deze percentages, bestond in de vorige situatie voor de fiscale partners een verschil van 3,71% tussen de categorie overige bezittingen en de categorie schulden.

 

Dit betekent dat partners in hun gezamenlijke aangifte inkomstenbelasting per saldo 3,71% rendement in box 3 zouden moeten verantwoorden over hun onderlinge schulden en vorderingen die ontstaan zijn door bijvoorbeeld een verrekenbeding. Dit is uiteraard ongewenst en vandaar de defiscalisering.

 

De defiscalisering wil overigens niet zeggen dat deze onderlinge vorderingen en schulden er niet zijn! Civielrechtelijk moet hier terdege rekening mee gehouden worden!

 

CIVIELRECHTELIJK:

HET PERIODIEK VERREKENBEDING

Een periodiek verrekenbeding houdt in dat je jaarlijks de inkomsten die je niet uitgeeft (de overgespaarde inkomsten) met elkaar deelt. Als een periodiek verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden wordt opgenomen, is het van belang om een goede administratie bij te houden en daadwerkelijk jaarlijks te verrekenen. 

 

Het niet uitvoeren van een periodiek verrekenbeding heeft tot gevolg dat er bij het eindigen van het huwelijk alsnog met elkaar moet worden afgerekend, alsof men in gemeenschap van goederen was getrouwd.

 

Dit was niet de bedoeling: daarom zijn er huwelijkse voorwaarden gemaakt. De wet biedt wel de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren, maar dat blijkt in de praktijk erg lastig. Als u ondernemer bent en er niet in slaagt om tegenbewijs te leveren, moet in principe ook het ondernemingsvermogen in de verrekening worden betrokken. De continuïteit van de onderneming kan hierdoor in het geding komen.

 

Het niet uitvoeren van het periodiek verrekenbeding kan overigens hersteld worden. Dit kan door alsnog over de voorgaande jaren te verrekenen. Niet alleen de niet verrekende inkomsten moeten dan in de verrekening worden betrokken, maar ook de waardestijgingen van die niet verrekende inkomsten.

 

VERGOEDINGSRECHTEN
Een vergoedingsrecht ontstaat als een echtgenoot vermogen van de andere partner of van de gemeenschap gebruikt voor de aanschaf van een privégoed of aflossing van een privéschuld. Het laat zich raden dat dit tot veel discussies leidt in geval van echtscheiding of overlijden. Vergoedingsrechten zijn overigens voorbehouden aan gehuwden en geregistreerd partners. Als samenwoners soortgelijke rechten willen bedingen, dan moet dit in een (samenlevings-)overeenkomst worden vastgelegd.

 

Voor de berekening van de hoogte van het vergoedingsrecht geldt sinds 2012 de beleggingsleer. Dit betekent dat de waardestijging- of daling van het goed waarin is geïnvesteerd in principe wordt betrokken in de berekening.

 

GOEDE VASTLEGGING DUS VAN BELANG!

Partners kunnen overigens andere afspraken maken over de waardering van het vergoedingsrecht. Een goede schriftelijke vastlegging voorkomt problemen in de situaties waarin de sfeer tussen de partners niet meer zo goed is als ten tijde van de geldverstrekking.

Ook is het goed om periodiek de huwelijkse voorwaarden na te kijken. Is het nog gewenst om een periodiek verrekenbeding of andere bedingen in de huwelijkse voorwaarden te handhaven? Een goede vastlegging van de (gewijzigde) wensen kan achteraf veel discussie voorkomen!

 


vorige pagina